Onze ambitie is CO2-neutraal staal
Staal maken, waar ook ter wereld, gaat gepaard met veel CO2-uitstoot. Met name door het gebruik van kolen. Dat moet anders, ook bij ons. Daarom werken we dag en nacht aan het terugbrengen van de uitstoot, want we gaan voor schoon, groen en circulair staal. In 2030 willen wij staal maken met 40 procent minder CO2-uitstoot. En in 2045 zijn wij een klimaatneutrale staalproducent. Hoe we dat doen?
Uitstoot in de gehele keten
Als het gaat om het terugdringen van de CO2-uitstoot, geldt dat niet alleen voor de plek waar het staal echt gemaakt wordt, zoals in IJmuiden. De uitstoot vindt in de gehele keten plaats. Dus van grondstof tot eindproduct. Op ons terrein en bijvoorbeeld ook in het vervoer van onze staalrollen naar de klant. Om inzicht te krijgen en dus meer regie, verdelen bedrijven die uitstoot onder in 3 categorieën. Dit noemen we scopes. Scope 1 is de directe uitstoot van een bedrijf. Bij ons is dat de uitstoot die ontstaat tijdens het maken van staal, bijvoorbeeld door het verhitten van kolen. Onder scope 2 valt de uitstoot die ontstaat tijdens het opwekken van energie die wordt ingekocht. En scope 3 zijn de emissies die plaatsvinden op alle andere plekken in de keten. Denk hierbij aan het transport van grondstoffen naar ons terrein, het vervoer van de staalrollen naar de klant en de verwerking van staal aan het einde van de levensduur.
Grootste winst door af te stappen van kolen
Het maken van staal gaat gepaard met flinke CO2-uitstoot, omdat gebruik wordt gemaakt van kolen. Koolstof reageert onder hoge temperatuur met de zuurstof uit ijzererts, dat veroorzaakt CO2. Daardoor is onze productie verantwoordelijk voor ruim 11 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar. Het grootste deel daarvan ontstaat aan het begin van het productieproces. Daarom vervangen wij daar de bestaande fabrieken, waaronder de Hoogovens, door nieuwe technologieën. Daarvoor stappen we van kolen over op aardgas en later op waterstof (zodra in voldoende mate beschikbaar). Daarmee verminderen we onze CO2-uitstoot in 2030 al met 40% en dragen we serieus bij aan het behalen van de Nederlandse klimaatdoelen.
Door hergebruik, maar 1% van onze uitstoot
Scope 2 gaat over de indirecte uitstoot die ontstaat uit de productie van ingekochte elektriciteit. Bij ons in IJmuiden gebeurt dat op een bijzondere manier. Bij de nabijgelegen elektriciteitscentrale van Vattenfall worden al sinds 1920 de restgassen, zoals gas met CO2 dat vrijkomt in de Hoogovens, uit onze staalproductie gebruikt om de meeste (zo niet alle) elektriciteit op te wekken die wij weer nodig hebben op die locatie. Daarmee worden onze restgassen dus indirect weer ingezet voor onze eigen energiebehoefte. In rapportages zetten wij daarom de CO2-emissies van Vattenfall onder onze scope 1. Onze uitstoot op scope 2, is uiteindelijk 1% van onze gehele uitstoot. Dit met name te maken met de scope 2 uitstoot op onze andere Tata Steel Nederland locaties. Drie van onze locaties zijn al CO2-neutraal op scope 1 en 2.
Door op diverse plekken op het terrein in IJmuiden het energieverbruik verder naar beneden te brengen, zorgen we ook voor verminderen van CO2-uitstoot. Zoals het voorbeeld bij de Direct Sheet Plant, een van onze fabrieken.
Weinig invloed, maar wel belangrijk
Onder scope 3 valt de indirecte uitstoot van activiteiten door bijvoorbeeld leveranciers, klanten en investeerders. Hoewel wij weinig directe invloed hebben op het verminderen van scope 3-emissies, is deze uitstoot wel 30% van de totale CO2-uitstoot van Tata Steel Nederland. Daarom is het belangrijk om inzicht te krijgen in deze vorm van uitstoot. Dat doen we door middel van data. Stap voor stap slagen we erin om, samen met onze ketenpartners, eerdere theoretische berekeningen op basis van literatuuronderzoek te vervangen door nauwkeurige data uit de praktijk. Zo weten we dat de uitstoot die verband houdt met de winning van grondstoffen de grootste bijdrage levert aan onze scope 3 emissies. Met de data die we verzamelen ontwikkelen we zo snel mogelijk een reductiedoel, -strategie en –aanpak. Daarbij werken we samen met belangrijke partners in onze keten. In de tussentijd zorgen diverse projecten voor een vermindering van deze indirecte emissies.
Voor de liefhebber... het berekenen van emissies.
Voor het berekenen van emissies in scope 1, 2 en 3 gebruiken we het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol), onze eigen data en data van leveranciers. Het GHG-protocol is de enige methode die wereldwijd wordt geaccepteerd en stelt uitgebreide gestandaardiseerde kaders vast voor het meten en beheren van de uitstoot van CO2.
Een voorbeeld voor het berekenen van scope 3: wij kopen ijzererts in voor ons terrein in IJmuiden. Het GHG heeft een standaard emissiefactor per 1 kilo ijzererts. Door de emissiefactor per kilo ijzererts te vermenigvuldigen met het aantal kilo’s ijzererts dat wij inkopen, berekenen we wat onze scope 3 emissies zijn voor ons ingekochte erts.
De standaard emissiefactoren van GHG zijn gemiddelden gebaseerd op uitgebreide datasets en ze zijn grotendeels identiek aan de factoren die worden gebruikt door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). IPCC is opgericht door de Verenigde Naties en heeft als doel de beschikbare kennis op het gebied van klimaat, klimaatverandering en de gevolgen daarvan in kaart te brengen en in rapporten samen te vatten. Daarmee beschikken onder andere beleidsmakers steeds over de meest relevante en actuele informatie uit het wetenschappelijke onderzoek.